Safeguard gRNA tegen bijwerkingen CRISPR/Cas9

In 2012 is er een techniek bedacht waarmee het mogelijk werd om bepaald DNA kapot te knippen. Deze techniek heet CRISPR/Cas9 (of kort Crispr), opgebouwd uit CRISPR en Cas9. Cas9 is een bepaald eiwit dat wordt gebruikt om heel gericht in genetisch materiaal in te knijpen. CRISPR staat voor ‘Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats’ en deze term werd in 2002 bedacht door een Nederlandse onderzoeker. CRISPR is een beschermingsmechanisme gebruikt door bacteriën. Aan de hand van dit mechanisme in bacteriën hebben onderzoekers de techniek CRISPR/Cas9 ontwikkeld.

[KOP] Super babies
Het lijkt misschien een hele mooie techniek, en dat kan het ook zeker zijn, maar er kan ook misbruik gemaakt van worden. In 2018 heeft een onderzoeker van de universiteit in Shenzhen meerdere embryo’s aangepast. Zijn doel was de embryo’s resistent te maken tegen toekomstige infecties met HIV. De Chinese onderzoeker voelde zich verplicht om een voorbeeld te stellen met wat er mogelijk was. Ook zei hij: “de samenleving zal bepalen wat ermee gedaan wordt.” Er werd helemaal niet positief op gereageerd. Onderzoekers noemden het onethisch en monsterlijk. De embryo’s waren gezond en er zijn genoeg andere manieren om een infectie met HIV tegen te gaan.

[KOP] Voordelen CRISPR/Cas9
Maar Crispr kan voor meer gebruikt worden dan alleen het creëren van ‘Super Babies’. De ontdekking van Crispr is namelijk ook in de gezondheidszorg en voedselindustrie een revolutie gestart. Met behulp van deze techniek is het mogelijk om bepaalde genetische ziektes te behandelen. Echter heeft het wel nadelen. Zo kunnen er ongewenste mutaties en toxiciteit in de patiënt ontstaan. Om Crispr in zijn volledigheid te kunnen gebruiken moesten er dus nog aanpassingen komen in deze techniek.

[KOP] Nieuwe techniek tegen bijwerkingen
Een groep onderzoekers uit Japan heeft een oplossing gevonden om deze negatieve bijwerkingen van Crispr tegen te gaan. Ze hebben gevonden dat door het toevoegen van een cytosine aan het einde van de gRNA streng, er minder activiteit van het Cas9 eiwit was. gRNA is het deel van de RNA sequentie dat zoekt welk deel van het DNA aangepast moet worden waarna het bindt met het Cas9 eiwit. De hoge bewerking activiteit van het eiwit zorgt voor het ontstaan van de bijwerkingen, dus wanneer deze beperkt kan worden, dan zijn de bijwerkingen ook minder. De Japanse onderzoekers hebben hun systeem ‘safeguard gRNA’ ([C]gRNA) genoemd.

Na het vinden van dit safeguard systeem hebben de onderzoekers verschillende onderzoeken gedaan. Zo hebben ze de ziekte fibrodysplasia ossificans progressiva, een zeldzame ziekte bij mensen, succesvol in muizen kunnen behandelen. Ook hebben ze wiskundige modellen gemaakt om de activiteit van Cas9 te weergeven. Momenteel zijn ze hun systeem nog aan het testen. Volgens Kawamata, een van de onderzoekers, kan deze technologie veel bijdragen in het medische veld. Hun doel is nu om een start-up te beginnen om zo de nieuwe technologie te verspreiden.


Volgens NFN – Open en Bloot, de Nederlandse belangenbehartiger van naaktrecreatie, heeft tien procent van de Nederlanders ervaring met naakt recreëren. Hierbij gaat het zowel om het bezoeken van sauna’s als een bezoek aan het naaktstrand of een naturistische vakantie. Eén van de mensen die komende zomer naakt op de camping te vinden zal zijn is de negentienjarige Lieke. Zij gaat al haar hele leven naturistisch op vakantie: ,,Maar wel met tussenpozen. Soms gingen we ook wel naar hotels of hadden we een huisje. Toen mijn ouders nog samen waren gingen we eigenlijk bijna altijd wel naturistisch. Daarna werd het even wat minder maar de laatste jaren gaan allebei mijn ouders wel weer regelmatig naturistisch op vakantie. Ook de vriend van mijn moeder gaat tegenwoordig mee, terwijl hij eigenlijk in eerste instantie geen naturist was. Dus niet iedereen wordt opgevoed met naaktrecreatie. Je kunt er ook later mee in aanraking komen.”

,,Voor mij is het iets dat hoort bij vakantie vieren”, vertelt Lieke. ,,Het is niet zo dat we thuis altijd maar bloot lopen. Er bestaan wel verenigingen voor naturisten, maar daar zijn wij geen lid van. Het is ook niet zo dat wij het hele jaar door allerlei dingen bloot doen. Het hoort bij onze zomervakantie. In de zomer gaan we soms naar het naaktstrand, en op vakantie gaan we meestal naar naturistencampings. Eigenlijk zijn die campings hetzelfde als alle andere campings. Het enige verschil is dat je de dingen die je op een andere camping in zwemkleding doet, daar dan in je blootje kunt doen. Eigenlijk is het op alle naturistencampings wel zo dat je zonder kleren bent bij het zwembad of op het strand. Op veel naturistencampings loop je zelfs eigenlijk de hele dag naakt. Vaak is dat dan ook gewoon fijner en makkelijker. En je wordt natuurlijk mooi egaal bruin.”

Alle leeftijden

De studente vindt het over het algemeen geen probleem om naakt te zijn. Ook niet als er onbekenden in de buurt zijn. ,,Als de andere mensen ook naturist zijn maakt dat eigenlijk niets uit. Je bent dan gewoon gelijk of in elk geval in dezelfde situatie. Het is soms lastiger als anderen dan wel gekleed zijn, of als bijvoorbeeld jongens in zwembroek over het naaktstrand komen lopen. Meestal scheelt het juist dat je mensen niet kent. Ik vind het soms juist even lastiger om juist bekenden tegen te komen op een naaktstrand of naturistencamping.”
Er zijn nog veel vooroordelen als het gaat om naturisme. Zo denken veel jongeren dat er alleen ouderen zijn die naakt recreëren. Niets is minder waar! Zo ervaart ook Lieke: ,,Op naturistencampings komen eigenlijk dezelfde mensen als op gewone campings: alle leeftijden, dik, dun, groot, klein, blond, bruin. Ik denk dat een naturistencamping wel een gewone afspiegeling is van de maatschappij. Er komen allerlei soorten mensen. En dus ook studenten en scholieren van allerlei leeftijden.”

Taboe

Een ander vooroordeel is dat naturisme onlosmakelijk is verbonden aan seks. ,,Mensen die er nooit zijn geweest en er niets van weten denken dat wel eens,’ legt Lieke uit. ,,Voor hun heeft naakt meteen met opwinding en seks te maken maar dat is juist niet zo. Het is echt niet zo dat iedereen daar zomaar seks heeft of dat mannen de hele tijd naar je kijken. Het gaat echt net als op andere campings. Ik denk dat juist het respect en de onderlinge controle op naturistencampings veel groter is. Het gaat niet om uiterlijk. Soms denk ik dat juist op gewone campings meer spanning hangt omdat mensen nieuwsgieriger zijn. Op naturistencampings heb je niets te verbergen en bloot went heel snel.” Toch heerst er nog een taboe op naturisme. ,,Niet iedereen weet dat ik in de zomer op blootcampings vakantie vier. Eigenlijk weten alleen een paar goede vriendinnen het. Het is niet dat ik me ervoor schaam, maar ik ga het ook niet zomaar aan iedereen vertellen. Veel mensen snappen het niet en hebben dan meteen allerlei vooroordelen.” Toch denkt Lieke dat veel mensen het fijn zullen vinden om naakt te recreëren als ze het eens proberen. ,,Het scheelt natuurlijk als je er al een beetje mee bent opgegroeid of als je bijvoorbeeld al af en toe gewend bent om naar de sauna te gaan. Maar je kunt het ook gewoon proberen en een keertje naar een naaktstrand gaan. Wie weet wil je nooit meer wat anders!”


Anno 2023 krijgen welgeteld zeven op de tien blanke mannen er vroeger of later mee te maken; met kaalheid op het hoofd. Men heeft ontdekt dat kaalheid grotendeels genetisch bepaald is en hierdoor komt de erfelijke aanleg voor kaalheid steeds vaker voor.

Vrijwel alle mannen denken dat de haardos van hun vader een voorspeller is voor wel of geen kale toekomst, maar niets is minder waar. De risicofactoren die tot kaalheid leiden, worden doorgegeven via het X-chromosoom en het X-chromosoom krijg je als man rechtstreeks van je moeder.
Bij veel mannen – en bij een aantal start dit al om en nabij hun twintigste – begint kaal worden met het zichtbaar worden van inhammen en met een steeds dunner wordende plek boven op het achterhoofd. En uiteindelijk blijft er nog maar een kleine strook haar, meestal in de vorm van een hoefijzer over. Maar waarom eigenlijk?

[KOP] Miljoenen haarzakjes verspreid over het lichaam
Alle haren op het lichaam groeien uit een haarzakje. Deze haarzakjes, en dit zijn er zo’n vijf miljoen, komen overal op het lichaam voor, behalve op de handpalmen, voetzolen en de lippen. Ze liggen ongeveer vier millimeter onder het huidoppervlak en zijn allemaal al vanaf de geboorte aanwezig. Dit betekent dan ook dat er tijdens het leven geen nieuwe haarzakjes meer bij komen.

Ieder haarzakje bestaat uit papilla; dit zijn kleine bloedvaatjes die ervoor zorgen dat een haar de voedingsstoffen krijgt die nodig zijn om het te laten groeien. Om deze papilla zit een bulb. Deze bulb produceert naast haarcellen van het eiwit keratine, ook een beschermende laag; de cuticula en pigmentcellen, melanine genoemd. Iedere haar bestaat vervolgens weer uit twee delen: uit een follikel en uit een schacht. De follikel is de wortel van het haar en zit dus in de huid. De schacht is dat deel van het haar dat wij kunnen zien en voelen.

Helemaal aan de onderkant van de haarzakjes zitten nog hele kleine spiertjes die kunnen samentrekken. Wat bijvoorbeeld gebeurt bij kou of bij een bepaalde emotie. De haren gaan dan rechtop staan en er ontstaat kippenvel. Zo wordt er meer warmte vastgehouden. De haren op het hoofd geven daarnaast zelf ook bescherming tegen veranderingen in temperatuur.

[KOP] De groeicyclus van het haar
Het groeien van het haar gebeurt in een cyclus die uit vier fasen bestaat. Als eerste is daar de groeifase, die ook anagene fase wordt genoemd. Vervolgens is daar de overgangsfase, ofwel met een mooi woord de catagene fase. De derde fase is de rust of de telogene fase. Hierna valt, tijdens de exogene fase, het haar uit. Het haar wordt aangemaakt in de follikel en het groeit van onderaf met een gemiddelde snelheid van zo’n 0,3 mm per dag. Niet overal op het lichaam is de groeifase van een haar even lang. Zo groeit het haar op het hoofd zo’n twee tot zes jaar, terwijl haar op bijvoorbeeld armen en benen, net als wimpers en wenkbrauwen trouwens, stukken korter groeit.

Direct na de groeifase stopt het groeien van het haar en laat de haarwortel los. Deze fase is een korte fase, hij duurt slechts twee tot drie weken. In deze fase wordt het haar zwak. Hierna komt het haar in de rustfase die ongeveer drie maanden duurt. Ondertussen begint er in het haarzakje al een nieuwe haar te groeien. Deze nieuwe haar drukt de oude zwakke haar naar boven, die vervolgens uitvalt. Dit gebeurt, zonder dat je daar echt erg in hebt, met vijftig tot honderd haren per dag. Deze haaruitval is normaal en hiervan word je ook niet kaal. Maar waarvan dan wel?


Zoey (34) is één deze mensen Zij vertelt haar verhaal. ,,Er is best een taboe op aseksualiteit”, begint Zoey haar verhaal. ,,Mensen schamen zich er toch voor. Het is voor mensen moeilijk om toe te geven dat ze anders zijn dan anderen.” Zelf praat Zoey ook niet met veel mensen over haar situatie. ,,Alleen mijn ouders en een hele goede vriendin weten het van mij. Het levert natuurlijk ook wel eens vragen op. Een vrouw van 34 zonder partner vinden veel mensen wat vreemd. Soms krijg ik de vraag of ik lesbisch ben, maar ik heb gewoon totaal geen behoefte om met iemand te zijn. Ik heb wel veel vrienden, maar ik ken het verliefde gevoel waar ik wel over lees zelf niet.”

Er zijn vier categorieën mensen die onder de noemer aseksueel vallen. Er zijn mensen die wel seksuele gevoelens ervaren maar geen romantische gevoelens kennen, er zijn mensen voor wie het andersom geldt en er zijn mensen die zowel romantiek als seksualiteit ervaren maar hier geen connectie tussen voelen. Tot slot is er de categorie waar Zoey toe behoort: ,,Ik heb beide niet. Dus ik ken geen seksuele gevoelens en heb ook geen romantische gevoelens.”

Voor ze haar verhaal vertelt wil Zoey eerst aangeven dat er geen sprake is van een seksueel trauma. ,,Dat denken mensen ook vaak als het over dit onderwerp gaat, maar ik ben gewoon zo geboren.” Zoë zit in de puberteit als ze ontdekt dat ze anders is dan vriendinnen. ,,Dan hoorde je meiden praten over jongens op school in termen als ‘een lekker ding’. Dat had ik helemaal niet. Ik vond iemand er misschien wel leuk uit zien, maar voelde daar verder niks bij. Als andere meiden spraken over een eerste kus of hun eerste keer kon ik me daar niks bij voorstellen.”

,,Ik weet dat seks bestaat, maar ik heb er geen behoefte aan of gevoel bij”, legt Zoey uit. ,,Toen ik negentien was heb ik een keer een pornofilm gekeken. Een beetje om te kijken of er iets zou gebeuren, maar ik viel halverwege gewoon in slaap.” Aseksualiteit is officieel een geaardheid. ,Ik heb zelf niet veel met de term geaardheid”, zegt Zoey. ,,In die Nashville-verklaring is het niet benoemd. Tenminste, niet met zoveel woorden. Zelf ben ik gelovig en dat maakt het soms lastig. In de bijbel staat dat Christenen op aarde zijn om zich voort te planten. Maar dat geldt niet voor mij. Ik denk trouwens dat je de bijbel moet interpreteren naar het hier en nu. Ik voel me er persoonlijk niet door geraakt.” Als het om de Nashville-verklaring gaat, staat Zoey er dubbel in:,,Als Aseksualiteit was genoemd zou ik voor een groep mensen niet goed genoeg zijn. Maar als het wel was benoemd had dat wel een soort erkenning geweest. Een bevestiging van het feit dat ik besta.” Daar zit wel een probleem. ,,Ik heb mijn aseksualiteit wel bespreekbaar gemaakt bij een vriendin, maar kreeg de reactie dat het onzin was. Toen ben ik er maar mee gestopt. Er is natuurlijk ook maar weinig over bekend, maar het is wel een kenmerk van mijn zijn.”

In het dagelijks leven heeft Zoey geen problemen met haar aseksualiteit. ,,Maar je komt wel eens praktische problemen tegen. Er was ooit een jongen verliefd op me. Hij deed een versierpoging en liet me weten dat hij me leuk vond. Ik kreeg een kaart en bloemen per post. Hij wilde met me uit. Ik wilde die jongen niet kwetsen. Dus ik wilde eerlijk zijn, maar hem wel op een nette manier afwijzen. Dus ik heb gezegd dat ik zijn gebaar heel lief vond, maar dat ik toch niet op die manier met hem uit wilde. Dat vond ik lastig.”

Op de vraag wat het aanraken van haar geslachtsdelen met haar doet is ze nuchter:,,Dat mag je best vragen. Je bedoelt masturbatie? Daar heb ik geen gevoel bij. Als ik mezelf daar aanraak voel ik niets anders dan wanneer ik een ander lichaamsdeel aanraak. Ik heb geen behoefte aan seks of een relatie. Ik heb er ook niets op tegen, maar voor mij hoeft het gewoon niet


Geschiedenis
Waar het in de oudheid nog normaal was om op blote voeten te lopen, verschoof dit beeld langzaam. De Romeinen liepen ook veelal op blote voeten, maar dit veranderde toen de Grieken de Romeinen veroverden. De Grieken in het Oude Rome zagen kleding en schoenen als een teken van macht en beschaafdheid. Alleen arme mensen zoals bedelaars en slaven liepen op blote voeten.

In Azië, Nieuw-Zeeland en Australië wordt het als heel normaal gezien om op blote voeten te lopen. In veel ontwikkelingslanden wordt ook op blote voeten gelopen. Echter, in de meeste westerse landen worden schoenen gezien als een symbool van beschaving. In sommige landen en culturen is het ook normaal en wordt het als fatsoenlijk gezien om je schoenen uit te trekken als je een woning betreedt.

Langzaam ontstond er een beweging in de westerse cultuur van mensen die om verschillende redenen (hygiëne, gezondheid, religieuze) de keuze maakten om op blote voeten te lopen. Zo ontstond een subcultuur, die barefooters wordt genoemd. In Finland werd het eerste idee voor de minimalistische schoenen bedacht. Het gevoel van het lopen op blote voeten, maar zonder de kans om verwondingen op te lopen.

Wat zijn barefoot schoenen?
Barefoot schoenen worden ook wel minimalistische schoenen genoemd. Deze schoenen zijn speciaal ontworpen om zo min mogelijk effect te hebben op je voeten. Barefoot schoenen zijn schoenen die ervoor zorgen dat het lijkt alsof je op blote voeten loopt. De stof en zool is zo dun dat ze eigenlijk alleen beschermen om niet gewond te raken.

Kenmerken
De barefoot schoen heeft geen hakverhoging waardoor de schoen dus geheel vlak is. Dit stimuleert het lichaam om een rechte houding aan te nemen.
Door de dunne voetzool wordt het contact met de grond gestimuleerd en kun je de oneffenheden beter voelen. Direct contact maken met de grond stimuleert de stofwisseling. Een goede stofwisseling zorgt voor een verbeterde weerstand en een verbeterde nachtrust.

De schoenzool heeft geen versteviging en is flexibel, waardoor de spieren in de voeten en benen aan het werk worden gezet. Daarnaast worden ook de zenuwen van je voet meer gestimuleerd, waardoor al met al je voeten weer sterker worden.

De schoen is breed bij de tenen waardoor de tenen kunnen spreiden. Doordat de tenen zich helemaal kunnen spreiden, wordt de doorbloeding bevordert. Een goede doorbloeding helpt tegen koude voeten en dus tegen klachten die kunnen ontstaan door koude voeten, zoals wintertenen. Het spreiden van de tenen stimuleert ook het evenwicht.

Je kunt de schoenen in de wasmachine uitwassen en ze zijn licht.

Wat doet een ‘normale’ schoen?
Je voeten en de stand van je voeten zijn de basis van de rest van je lichaam. Een voorbeeld: sommige mensen ervaren rugklachten die ontstaan door scheefstand van de voeten. Nagenoeg alle ‘normale’ schoenen hebben een hak. De hak buigt de hiel naar boven. Hierdoor staat je lichaam als het ware niet meer natuurlijk recht en moet je lichaam gaan corrigeren om recht te blijven staan.

Daarnaast zorgen ‘gewone’ schoenen ervoor dat je voeten en tenen minder ruimte hebben. De spieren in je voeten worden zwakker doordat ze meer ondersteuning ervaren door de schoenen. Deze spieren hoeven dus minder hard te werken. De huidige schoenen bevatten meestal een zool die dempt. Dit komt doordat verharde ondergrond niet meebeweegt en dus geen dempend effect heeft. Dit verzwakt de spieren in je tenen, voeten en benen.

Overgaan op barefoot schoenen
Het advies is op niet in één keer over te stappen op barefoot schoenen. Je voeten en je lichaam zijn het nou eenmaal niet meer gewend om ‘bloot’ te lopen. Dit vraagt wat van je spieren! Om je spieren te versterken kun je oefeningen doen, zoals het rekken van de spieren en vooral ook de kuitspier. Ook kun je al beginnen met lopen op blote voeten, bijvoorbeeld binnenshuis. Teensokken zijn ook handig om de voeten te helpen met oefenen en de spieren te versterken. De tenen worden zo namelijk al in een (meer) rechte positie gezet.

Doordat er zo veel verschillende soorten minimalistische schoenen zijn, is het aan te raden om de schoenen in een winkel aan te schaffen. Zo kun je ervaren welke schoenen jij het prettigst vindt. Ook wordt geadviseerd het gebruik van de schoenen langzaam opbouwen, elke dag een beetje. Zo laat je jouw lichaam wennen aan de nieuwe houding en versterk je op een juiste manier de spieren in je voeten en benen.

Niet iedereen kan minimalistische schoenen dragen. Mensen met diabetes en mensen met scheefstand van de voet of een doorgezakte voet, kunnen beter eerst bij een Podoloog advies inwinnen.

Bij het dragen van minimalistische schoenen is het belangrijk om de voet volledig af te wikkelen tijdens het lopen. Als je te grote stappen maakt, kan de voet te hard neerkomen en dus te weinig demping bieden.

Conclusie
Het lopen op blote voeten is wetenschappelijk onderbouwd beter voor je lichaam. De minimalistische schoen is een prettige tussenoplossing, omdat je wel een schoen kunt dragen (wat in de meeste landen als beschaafd wordt gezien) en je jezelf beschermt tegen verwondingen. Op blote voeten lopen of gebruik maken van de barefoot schoenen is niet voor iedereen weggelegd, dus verdiep je van ten voren eerst goed! Ga jij over op de barefoot schoenen? Of begin je eerst met het lopen op blote voeten in en rond je huis?


De afgelopen dagen is het volop in het nieuws; paracetamol uit China zou mogelijk kankerverwekkende stoffen bevatten. Volgens onderzoek door NRC en het tv-programma Zembla, bevatten tabletten paracetamol van de grootste producent ter wereld, Anqui Lu’an Pharmaceutical, de stof 4-chlooraniline, ook PCA genoemd. Door de wereldwijde uitbraak van Covid-19 is de vraag naar paracetamol met 30% gestegen en hierdoor werkt deze Chinese producent 24/7 om aan de vraag te kunnen voldoen. Waarschijnlijk bereiden zij hun medicijn op basis van chloorbenzeen, in plaats van met fenol waarmee paracetamol al sinds 1893 wordt gemaakt. Chloorbenzeen kan leiden tot vervuiling met PCA.

Vorig jaar kwam China al negatief in het nieuws toen bleek dat door hen geproduceerde bloeddrukverlagende medicijnen kankerverwekkende stoffen bevatten. Wereldwijd werden er miljarden pillen teruggeroepen. Nu gaat het naar alle waarschijnlijkheid om een partij van in ieder geval 34 miljoen tabletten paracetamol. Maar waar in de wereld deze terecht zijn gekomen, blijft onduidelijk omdat de producent dat niet wil vertellen. Wat we wel weten, is dat de Chinese producent zijn stoffen levert aan een Nederlandse pillenfabrikant, die op zijn beurt (huismerk)pillen levert aan onder meer Etos, Jumbo, Albert Heijn, Da, Kruidvat en Trekpleister.

PCA wordt volgens het Europees Geneesmiddelen Bureau (EMA) en de Europese Voedselveiligheidsauthoriteit (EFSA) beschouwd als een genotoxisch carcinogeen. Dit wil zeggen dat het een kankerverwekkende stof is die schade toebrengt aan het menselijk DNA. Inmiddels is in proefdieropstellingen gebleken dat de stof levertumoren kan veroorzaken.
In Nederland slikken we per jaar gemiddeld 115 tabletten paracetamol per persoon. We slikken er waarschijnlijk zoveel omdat de tabletten vrij verkrijgbaar zijn in onder meer de supermarkt, het weinig bijwerkingen heeft en vrijwel geen wisselwerking laat zien met andere medicijnen, waardoor je het bijna altijd kunt slikken. In principe nemen pijn- en koortsklachten al na twintig minuten na gebruik af en is ‘normaal’ functioneren dus snel mogelijk.

Pijn
Pijn is een signaal van het lichaam dat gegeven wordt als er ergens iets niet klopt. Het is een onprettig gevoel dat kan variëren van stekend tot zeurderig of branderig. Het ontstaat door extreme warmte of kou, door beschadiging of verwonding of inwendig door beschadiging van zenuwen. Ons lichaam laat bij het optreden van één of meer van die factoren stofjes – prostaglandines – vrij die opgepikt worden door pijnreceptoren. Deze activeren op hun beurt pijnzenuwen, die weer een signaal naar de hersenen sturen. Dit gebeurt ongelooflijk snel, in maar een fractie van een seconde. Een pijnervaring is overigens wel een subjectieve ervaring. Niet iedereen voelt pijn op dezelfde manier en ook de hevigheid verschilt van persoon tot persoon.

Paracetamol kan, als de pijn niet wordt veroorzaakt door een ontsteking, helpen om pijn te verminderen. Na het slikken of inbrengen via een infuus of zetpil, wordt het medicijn opgenomen in het bloed en door het hele lichaam verspreid. Overal waar het op zijn weg prostaglandines tegenkomt, worden deze geblokkeerd, zodat de pijnreceptoren ze niet meer op kunnen pikken. Het is eigenlijk schieten met grof geschut, wat misschien niet nodig zou zijn als prostaglandines direct bij de bron te tackelen zouden zijn.

Maar hoe zit dat nu met dat PCA? Omdat we niet weten of deze stof ook in Nederlandse paracetamol terecht is gekomen, is voorlopig voorzichtigheid met inname ervan geboden. Het advies is nooit meer dan de toegestane dosis te slikken en het middel nooit langer dan twee weken achter elkaar te gebruiken. Inmiddels heeft minister Van Ark van Medische Zorg half juli besloten dat er een uitgebreid onderzoek moet gaan plaatsvinden naar PCA in paracetamol en gaan ook de Nederlandse apothekers tabletten testen. Wij blijven de ontwikkelingen op dit gebied volgen en hopen er in de nabije toekomst nog meer over te berichten.


NB: Dit interview/artikel is geschreven vanuit het oogpunt van Sophie zelf. Dit is het tweede deel van een tweedelig interview.

Sophie in het kort
Ik ben Sophie en ik ben verslaafd geweest aan gokken. Ik weet niet goed of ik zou zeggen dat ik een ex-gokverslaafde ben, want ik denk dat een verslaving altijd in je systeem blijft zitten. Dus ik zou eerder zeggen; ik ben Sophie, ik ben gokverslaafd en ik heb al ruim een jaar niet gegokt.

De invloed op mijn dagelijks leven
Ja, het heeft mijn dagelijkse leven zeker beïnvloed. In mijn relatie en sociale contacten en op mijn financiële situatie. Ik ging mijzelf in die periode steeds meer afzonderen. Zelf zocht ik eigenlijk nauwelijks initiatief naar vrienden toe en als vrienden mij een berichtje stuurden dan wimpelde ik dat af. De relatie met mijn vriend stond op gespannen voet omdat ik steeds vaker down en chagrijnig was. Toen alles naar buiten kwam, was het helemaal slecht in mijn relatie. Mijn vriend moest natuurlijk het vertrouwen in mij eerst weer terug krijgen. Naast het liegen, had ik ook het geld van de gezamenlijke rekening gebruikt. Mijn financiële situatie was helemaal slecht, want ik had schulden opgebouwd. Daarnaast had ik er ook lichamelijke klachten door. Ik had steeds vaker hartkloppingen, was misselijk en viel veel af van de stress.

Hoe heb je het gokken aangepakt?
Op het gegeven moment was ik aan het gokken met het geld van de gezamenlijke rekening en toen kwam mijn vriend erachter. Ik heb toen een brief geschreven, over mijn depressie en mijn gokken en die aan hem gegeven. Ik was toen eigenlijk al op een punt dat ik wist dat het zo echt niet langer kon en had al een doorverwijzing aangevraagd bij de huisarts. Zo kwam ik bij Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) terecht.

Mijn vriend is met mij mee gegaan naar het intakegesprek. Daar is eigenlijk een behandelplan opgesteld en vanuit daar is het balletje helemaal gaan rollen. Ik heb vanaf het moment dat mijn vriend erachter kwam eigenlijk geen behoefte meer gehad aan gokken. De druk was eraf. Ik hoefde niet meer te liegen en ik hoefde niet meer met spoed mijn schulden af te lossen om de vaste lasten te kunnen betalen.

Ergens in het begin (ik denk tijdens de intake) heb ik bij mijn coach aangegeven dat ik niet het persoon ben wat gemakkelijk ergens over praat. Althans, ik praat er gemakkelijk over, maar ik laat het niet binnenkomen. Je moet bij mij echt doorvragen en door mijn gedrag heen prikken. Dat heeft ze goed onthouden, want dat heeft ze gedaan!

En openheid. Eén van de dingen die tijdens de behandeling bij de VNN werd gedaan, was het benoemen van plekken en mensen die je moest vermijden. Ik had twee vriendinnen met wie ik weleens naar het casino ging. Zij wisten ook niet dat het gokken zo problematisch was, want ik deed op die momenten alsof het oké ging. Officieel zou je die vrienden dan moeten vermijden, maar in mijn geval hoefde dat niet. Deze vrienden waren namelijk voor mij juist een ondersteunende factor. Ik heb ze verteld hoe het met mij ging en dat ik gokverslaafd was. Vanaf dat moment zouden zij mij nooit meevragen naar het casino en waren ze er juist om mij te ondersteunen. Mijn moeder heb ik ook alles verteld (dat wilde ik eigenlijk niet, maar achteraf is dat natuurlijk wel goed geweest). Door open te zijn tegen de mensen die het meest naast je staan, voel je je automatisch gesteund.

Ik heb mijzelf op de zogenoemde witte lijst laten zetten in het casino. Dat was een hele moeilijke stap, maar wel een goede stap. Door jezelf op de witte lijst te zetten, ben je niet meer welkom in het casino. Je verzoekt dit zelf, dus het is niet dat je nooit meer welkom bent. Voor de periode van een half jaar mag je niet naar binnen en zullen ze automatisch de toegang weigeren. Dit is speciaal opgezet voor mensen die problematisch gokken.

Mijn vriend heeft al mijn pasjes in beheer genomen zodat ik niet meer kon gokken. Ik kreeg zakgeld en daar moest ik het die week mee doen. Dat voelde heel minderwaardig en kinderachtig, maar het was wel echt nodig. Mede daardoor heb ik vlot mijn schulden kunnen aflossen. Langzaam moest het vertrouwen weer groeien en door elke keer te laten zien dat ik het wél kon, kwam dat vertrouwen terug. Nadat ik mijn pasjes weer terug had gekregen, moest ik natuurlijk ook laten zien dat ik daarmee om kon gaan. Mijn vriend heeft tot op heden inzicht in mijn rekening, maar dat is eigenlijk niet meer nodig en hij kijkt er ook nooit op. Van die wetenschap maak ik ook geen misbruik, want ik heb echt geen behoefte meer aan gokken.

In de behandeling van de VNN stond het gedrag achter het gokken ook centraal. Waarom gok je? Welke gedachten heb je als je wilt gokken? En hoe zet je dat om naar iets positiefs? Ik ben dus samen met de coach op zoek gegaan naar andere manieren om mijzelf te overprikkelen. Nu ga ik vaak wandelen met de hond of muziek luisteren. Ook heb ik tijdens de behandeling geleerd meer open en eerlijk te zijn over hoe ik mij voel. En ik heb geleerd de lat wat minder hoog te leggen. Ik moet bijvoorbeeld heel veel van mijzelf als ik vrij ben. Maar soms lukt dat echt niet. Dan ben ik moe en zijn mijn lichaam en geest een rustdag nodig om alle prikkels een plaatsje te geven, bijvoorbeeld na een drukke werkweek. Ik heb nu geleerd dat dit goed is. Ik mag nu van mijzelf een dag niets doen, dat kon ik eerder niet.

En ik ben natuurlijk aan de medicatie gegaan. Goede medicatie voor mijn ADD en mijn depressie, zodat ik mij niet meer zo negatief voelde en de prikkels van mijn ADD beter kon verwerken.

Is er ook iets goeds uit voortgekomen?
In zekere zin wel. De relatie met mijn moeder en mijn vriend is verbeterd en sterker geworden. Ik heb nu namelijk meer geleerd om te praten over hoe het met mij gaat en eerder om hulp te vragen als het niet goed gaat. Ze zeggen soms dat het leven gaat met vallen en opstaan en dat je van je fouten leert. Ik kan inmiddels zeggen: “Ik heb gefaald, maar ik ben gegroeid.” In de periode die volgde nadat alles op tafel is gekomen, heb ik veel over mijzelf geleerd. Mijzelf beter leren kennen, mijzelf beter leren begrijpen. In die periode heb ik flink met mezelf geworsteld, maar ook mijn problemen aangepakt. Ik heb mogen ontwikkelen en groeien. Als ik terugkijk op die periode voel ik me soms even trots. Ik ben in een half jaar tijd mijn gokverslaving de baas geworden en heb al mijn schulden afgelost. En dat is niet gemakkelijk geweest: ik ben mezelf vaak tegengekomen. Maar al met al heeft dat er wel voor gezorgd dat ik nu bijvoorbeeld andere keuzes maak in sommige dingen, omdat ik gewoon weet dat het beter voor mij is.

Wat wil je aan anderen meegeven?
Praat erover! Je hoeft je niet te schamen. Ga op zoek naar wat de echte reden is achter je verslaving. Ben je op de vlucht voor iets? Voor bepaalde gevoelens? Of zit er iets anders achter? Praat erover met anderen. Je kunt ook naar de AGOG als je anoniem wilt blijven. En probeer open en eerlijk te zijn tegen je naasten. Zij zijn uiteindelijk de personen die je echt kunnen helpen. Als je van jezelf weet dat het gokken problematisch is, zoek dan hulp. Dat is niet dom of beschamend, dat is juist dapper en stoer!

Notitie van de auteur:
– Uit onderzoek uit 2016 blijkt dat er in Nederland zo’n 95.000 risicospelers zijn en zo’n 79.000 probleemspelers (deze spelers zijn waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd).
– Ervaar jij problemen met gokken? Kijk dan op https://www.gokkenondercontrole.nl/ voor anonieme hulp en tips.
– Sophie is haar strijd met haar ADD en haar gokverslaving aan het vastleggen. Meer hierover op: https://sophielomberg.auteursblog.nl/


NB: Dit interview/artikel is geschreven vanuit het oogpunt van Sophie zelf. Dit is het eerste deel van een tweedelig interview.

Sophie in het kort
Ik ben Sophie en ik ben verslaafd geweest aan gokken. Ik weet niet goed of ik zou zeggen dat ik een ex-gokverslaafde ben, want ik denk dat een verslaving altijd in je systeem blijft zitten. Dus ik zou eerder zeggen; ik ben Sophie, ik ben gokverslaafd en ik heb al ruim een jaar niet gegokt.

Een gokverslaving
Eigenlijk is een gokverslaving simpelweg dat je de behoefte om te gokken niet meer onder controle kunt houden en daardoor problemen krijgt op verschillende aspecten van je leven. In mijn geval was het voornamelijk dat ik financiële problemen en relatieproblemen kreeg. Ik heb zelf gelukkig nog nooit problemen gehad op het werk door mijn verslaving, maar dit komt wel veel voor. Ook problemen met je sociale kring zoals vrienden en familie komt veel voor.

Is een gokverslaving te vergelijken met een verslaving aan bijvoorbeeld drugs?
Ja, in zekere mate kun je dit wel met elkaar vergelijken. Er wordt onderscheid gemaakt in twee categorieën verslavingen: verslaafd aan een middel/stof of verslaafd aan gedrag/handeling. Onder middelen valt bijvoorbeeld drugs en alcohol en onder gedrag valt bijvoorbeeld gamen en gokken.

Uiteindelijk draait het bij elke verslaving om afhankelijkheid denk ik. Je bent afhankelijk van een bepaald iets, in mijn geval gokken. Er zijn ook twee vormen van afhankelijkheid: lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. De geestelijke afhankelijkheid zorgt er eigenlijk voor dat je nergens anders meer aan kunt denken. De lichamelijke afhankelijkheid is dat je lichaam gewend is geraakt aan het effect wat het middel of gedrag oproept. Als je lichaam dit niet keer op keer krijgt, krijg je last van de zogenoemde ontwenningsverschijnselen.

Wat vaak wordt onderschat is dat je ook bij een gokverslaving wel degelijk lichamelijke afhankelijkheid ervaart. Die lichamelijke afhankelijkheid ontstaat bijvoorbeeld door de hoeveelheid adrenaline die je aanmaakt in het casino. Zowel een gokverslaving als bijvoorbeeld een gameverslaving is lange tijd als het ware ‘onderbelicht’ geweest, omdat de mate waarin je er daadwerkelijk verslaafd aan kunt raken lange tijd niet goed bekend was.

Er worden nog steeds nieuwe verslavingen ontdekt. Energydrank staat tegenwoordig ook op het lijstje. Maar bijvoorbeeld winkelen, eten en seks kunnen ook echt verslavend zijn.

Wist je omgeving ervan?
Mijn omgeving wist wel dat ik soms gokte, maar niet dat het zo problematisch was. Mijn vriend heeft eerder een keer aangegeven dat ik wel veel gokte en ik heb destijds gezegd dat ik niet meer zou gokken. Dat heb ik ook daadwerkelijk een tijdje gedaan, maar het ging al snel weer mis. Mijn vriend ging er toen vanuit dat het goed ging.
Hoe het kon dat ze dit niet wisten? Liegen… Helaas heb ik in die periode veel gelogen. Ik bedacht smoesjes waar ik was en vertelde bijvoorbeeld dat ik naar een vriendin was, terwijl ik eigenlijk in het casino zat. Daarnaast ben ik ook heel goed in doen alsof alles goed gaat en een masker opzetten. Iets wat positief kan zijn, maar in mijn geval ook vaak negatief is.

Hoe kun je een gokverslaving bekostigen?
Niet eigenlijk! Hoeveel geld je ook hebt, als je eenmaal écht verslaafd bent dan zul je nooit voldoende geld hebben. In mijn geval heb ik al mijn spaargeld opgemaakt tot het punt dat ik ver in het rode stond. Daarnaast heb ik een creditcard aangevraagd en ook die volledig in het rode gezet. Uiteindelijk kon ik daar niets meer mee, dus heb ik het geld van de gezamenlijke rekening gebruikt. Dat geld was bedoeld voor onder andere de vaste lasten. Heel erg, ik weet het.

Hoe is de gokverslaving ontstaan?
Toen ik begon met gokken was ik depressief. Daarnaast heb ik ADD. Door mijn ADD ben ik sowieso al meer verslavingsgevoelig. De combinatie tussen mijn ADD en mijn depressie kon ik eigenlijk niet aan. Ik ging op zoek naar manieren om mijzelf te overprikkelen, zodat ik niet continu al die negatieve gedachten over mijzelf in mijn hoofd had. Zo belandde ik eigenlijk in het casino en dat werkte! Al die lichtjes, geluidjes, geuren en andere mensen… Ik werd zeker overprikkeld! Ik werd zelfs zo overprikkeld dat ik op een punt kwam dat mijn hoofd zichzelf als het ware eigenlijk een soort van uitschakelde. Ik hoefde niet meer na te denken en kon gewoon domweg op een knopje drukken. Dat voelde voor mij zo fijn, dat ik steeds vaker ging gokken. Elke keer als ik overspoeld werd door mijn zwarte gedachtegang, ging ik naar het casino.

Uiteindelijk kwam ik in een vicieuze cirkel terecht. Ik ging naar het casino om mijzelf goed te voelen, maar zodra ik eruit kwam voelde ik mij meteen weer slecht. Ik had dan namelijk én te veel geld uitgegeven én weer gelogen over waar ik was. Op het gegeven moment was gokken zo’n onderdeel van mijn leven, dat ik zelfs ‘Ja maar, gedrag’ kreeg. Zo noem ik het althans, maar het zijn gewoon smoesjes of manieren om je gedrag goed te praten. Als ik met mijzelf had afgesproken om die dag niet naar het casino te gaan, zei ik bijvoorbeeld tegen mijzelf: ‘Ja maar, ik had een rotdag op het werk en mag even ontspannen.’

Op financieel gebied kwam er druk te liggen, want ik had mijzelf in de schulden gewerkt. Dus dan kwam de redenatie: ‘Vandaag ga ik wel iets winnen en dan kan ik weer wat schulden aflossen.’ Heel dom, ik weet het. Maar op het moment dat je midden in een verslaving zit lijkt al het gedrag logisch. En ook die gedachten: ‘Ach, wat maakt die vijftig euro extra schulden nou uit?’

De schaamte overheerste heel erg. Ik heb een studie gedaan in de zorg, dus hoe dom kon ik zijn? Hoe dom was het van mijzelf wel niet dat ik was gaan gokken? Ik weet toch hoe een verslaving werkt en ik weet toch dat gokken verslavend is? En die schaamte die ik dan voelde. Ik schaamde me dood dat ik, de persoon die dit had moeten weten, mijzelf toch in zo’n positie had weten te werken.

Hulp vragen past niet zo goed bij mij. Ik ben degene die alles zelf wil oplossen en vind dat ik het zelf moet kunnen. Ik stel hoge eisen aan mijzelf dus ik had bedacht dat ik zelf wel van mijn verslaving af kon komen. Dat was natuurlijk niet zo, maar dat zou pas later blijken.

Zo kwam ik dus in een vicieuze cirkel terecht. Want hoe slechter ik mij voelde, hoe meer behoefte ik had om te gokken. Ik hield dus zelf mijn gedrag in stand. Dat is trouwens heel bekend verslavingsgedrag: liegen, je eigen gedrag goed praten, je eigen gedrag in stand houden…
Je komt gewoon op het gegeven moment niet meer uit dat cirkeltje zonder hulp.

Notitie van de auteur:
– Uit onderzoek (2016) blijkt dat er in Nederland zo’n 95.000 risicospelers zijn en zo’n 79.000 probleemspelers zijn (deze spelers zijn waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd).
– Ervaar jij problemen met gokken? Kijk dan op https://www.gokkenondercontrole.nl/ voor anonieme hulp en tips.
– Sophie is haar strijd met haar ADD en haar gokverslaving in een boek aan het vastleggen. Meer hierover op: https://sophielomberg.auteursblog.nl/
– Deel 2 van dit interview, waarin Sophie onder andere vertelt over hoe ze haar gokprobleem heeft aangepakt, verschijnt binnenkort!


Met het steeds toenemende gebruik in de avonduren van lichtgevende schermen, in smartphones, computers en tablets onder jongeren, blijken steeds meer van hen ook een verstoorde slaap te hebben. Uit onderzoek uit 2019 door het RIVM in samenwerking met het AMC, Lifelines en het Nederlands Herseninstituut, blijkt dat van de groep jongeren tussen 13 en 18 jaar meer dan tachtig procent dagelijks langdurig gebruik maakt van een of meerdere schermen. Opvallend bij deze groep is dat zij gemiddeld veertig minuten korter slapen dan leeftijdsgenoten die minder tijd besteden aan een scherm. Dit komt waarschijnlijk omdat ze later gaan slapen dan dat ze anders zouden doen.

Uit het onderzoek blijkt ook dat jongeren die dagelijks in het uur voordat ze gaan slapen veelvuldig op hun scherm kijken, meer slaapklachten, zoals ’s nachts wakker worden, te vroeg wakker worden, niet kunnen inslapen of overdag in slaap vallen, laten zien. Vraag in deze is of blauw licht hierbij een rol speelt.

Door het gebruik van LED-technologie zenden de huidige lichtgevende schermen relatief veel blauw licht uit. Het was al langer bekend dat blauw licht invloed heeft op onze biologische klok en onze slaap kan verstoren. Omdat de klachten van de jongeren afnamen als zij hun schermen een aantal dagen niet gebruikten of wanneer zij een oranje bril droegen die blauw licht blokkeert, kan voorzichtig worden geconcludeerd dat blauw licht een boosdoener is als het gaat om een aantal slaapproblemen.

Hoe werkt de biologische klok?
De biologische klok is een ingebouwd systeem in ons lichaam dat ervoor zorgt dat onze biologische processen gebeuren op het moment dat dat nodig is. Ons lichaam beschikt over meerdere verschillende ‘klokken’ die allemaal worden aangestuurd door een centrale klok in onze hersenen. Deze centrale klok, die het synchroon lopen van alle andere klokken regelt, ligt in de hypothalamus en staat onder invloed van het licht. Hierdoor heeft deze klok een ritme van ongeveer 24 uur (24,2 uur om precies te zijn). Bij blootstelling aan licht op momenten dat de centrale klok hier niet op rekent, kan hij gemakkelijk verstoord raken. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het waak-slaapritme ontregeld.

De blootstelling aan blauw licht versterkt deze verstoring extra omdat ons lichaam er hevig op reageert. Dat dit gebeurt, heeft met onze evolutie te maken. Blauwe golflengtes kunnen beter doordringen in de oppervlakten van oceanen waardoor ze, lang voor ons bestaan, plekken bereikten waar het leven ooit begon. Als dit niet gebeurd was, was er waarschijnlijk helemaal geen leven op aarde gekomen. In miljoenen jaren daarna is door middel van evolutie een ingewikkeld systeem gecreëerd dat dit licht, net als bij alle andere levende wezens op aarde, vertaalt naar ons biologische ritme. In onze ogen zitten een aantal cellen waarin zich het eiwit melanopsine bevindt dat actief reageert op blauw licht. Er worden dan signalen naar de hypothalamus gestuurd die op zijn beurt signalen doorgeeft aan de pijnappelklier (de epifyse). Dit is een klier, ook gelegen in de hersenen, die melatonine produceert.

Melatonine
Melatonine is een slaaphormoon dat afgegeven wordt aan het bloed. De hoeveelheid verandert gedurende de dag onder invloed van licht. Bij veel licht wordt de aanmaak gedempt en zijn we wakker en alert. Is het donker dan wordt de aanmaak van melatonine gestimuleerd en wordt je lichaam voorbereid op de slaap. Het blauwe licht zorgt dus voor een directe vermindering van de aanmaak van melatonine, met het gevolg dat het slapen niet goed gaat lukken.

Dan slikken we toch een pilletje?
Tegenwoordig is melatonine in verschillende doseringen vrij bij de drogist te koop en wordt het vrij normaal gevonden om, als je niet zo goed kunt slapen, dan maar een pilletje te slikken. Volgens onderzoekers van het Erasmus MC slikt een op de zeventien jongeren (zes procent) dagelijks melatonine om beter te kunnen slapen. Deze pillen zijn niet door een dokter voorgeschreven. Tot op heden is nog niet goed bekend of het slikken van melatonine effecten voor de gezondheid heeft op lange termijn. Regelmatig gebruik wordt dan ook afgeraden, tenzij het door een dokter wordt voorgeschreven. Verstandiger is het om uit te proberen wat het effect van het gebruik van lichtgevende schermen vlak voor het naar bed gaan is. Waarschijnlijk helpt het al aanzienlijk om beter te slapen als er na 21 uur geen gebruik meer van wordt gemaakt.


Deze week – van 22 juni t/m 26 juni – is het de week van de teek. De week waarin extra aandacht gevraagd wordt te controleren op de aanwezigheid van teken op het lichaam, nadat we buiten in een groene omgeving zijn geweest. Dit om een eventuele besmetting met de Borrelia Burgdorferi bacterie te voorkomen. Die Borrelia besmetting wordt veroorzaakt door een speciaal type teek, een schapenteek. Een klein spinachtig insect met acht zwarte pootjes.

Per jaar worden er alleen al in Nederland meer dan 1,3 miljoen tekenbeten geregistreerd. De meeste in Noordoost Nederland. Met name in de maanden juni en juli vindt er een heuse ‘tekenbeetpiek’ plaats, maar teken zijn er eigenlijk altijd als de temperatuur maar boven nul is. Ze houden zich vooral op in bossen met varens en lange grassen als bodembedekkers. Anders dan wat vaak gezegd wordt, zitten ze niet in die bomen en laten ze zich niet naar beneden vallen, het zijn juist de bodembedekkers waarin ze zich schuilhouden. Dit doen ze omdat ze zich normaliter voeden met het bloed van kleine (knaag)dieren en vogels. Dat ze zich vastbijten in mensen is eigenlijk een vergissing, omdat ze bloed ruiken en hierop afgaan. Mensen horen eigenlijk niet thuis in die bodembedekkers en een teek bemerkt het verschil niet. Dat vastbijten kan trouwens alleen maar op de blote huid. Is deze goed bedekt of ingesmeerd met DEET – een vies ruikende bloedgeurmaskeerder- dan is de kans op een beet al een heel stuk minder.

We zien echter dat er, ondanks alle aandacht en maatregelen, nog steeds heel veel mensen door teken gebeten worden. Ben je gebeten, dan is het belangrijk om de teek binnen 24 uur te verwijderen, voordat hij kans heeft gekregen de Borrelia besmetting over te dragen. Dit moet wel gebeuren met een speciale tekenverwijderaar en niet met bijvoorbeeld de nagels. Nagels kunnen een teek kapot trekken, waarna de bacterie alsnog via kapotte ingewanden in het bloed terecht kan komen.

Pijnloos
Ondanks die scherpe tanden van de schapenteek en het feit dat hij zich zeer stevig vast kan bijten, wordt een tekenbeet over het algemeen niet gevoeld. Zonder zelfcontrole kom je er dan ook meestal niet achter dat je daadwerkelijk gebeten bent. In de helft van de gevallen ontstaat enige tijd later – en dit kan wel drie maanden zijn – een rode vlek, soms met een opvallende kring. Zo’n vlek, erythema migrans genoemd, is het enige duidelijke teken van een besmetting. Krijg je die vlek niet, maar heb je wel een reeks van onduidelijke klachten, zoals griep, koorts, hoofdpijn, pijn in de gewrichten, hartkloppingen, duizeligheid, dubbelzien en/of pijnscheuten in armen of benen, dan kan de diagnose alleen ‘klinisch’ worden gesteld. Hiermee wordt bedoeld dat een besmetting op basis van symptomen, het verhaal van de patiënt, testen een aanvullend onderzoek, naar alle waarschijnlijkheid wijst op de ziekte van Lyme. Dit omdat de symptomen op zich bij veel andere ziektebeelden kunnen horen.

Antibiotica
De enige behandeling van de ziekte van Lyme is een antibioticakuur. Dit omdat het hier gaat om een bacterie. Hoe eerder er met die kuur wordt begonnen, hoe meer kans er bestaat dat deze ook daadwerkelijk aanslaat. Per jaar krijgen gemiddeld 2 van de 100 patiënten, die door een teek gebeten zijn, de ziekte van Lyme. Dit zijn er dus meer dan 27.000. Vijf procent hiervan houdt langdurig klachten en een enkeling zelfs blijvende.

Om nu precies te weten waar en wanneer teken in Nederland actief zijn, bestaat de RIVM-app tekenbeet. Deze app is gratis te downloaden in de App Store en in Google Play Store. Met deze app is het mogelijk, ook buiten, zonder internet op te zoeken hoe een teek eruit ziet en hoe je hem snel kunt verwijderen.


Net als sinaasappels zijn grapefruits echte vitaminebommen. Ze zitten vol vitamine C en bevatten ook nog eens kalium, vitamine A, B1 en B6. Daarnaast zijn ze vanwege hun bitterzoete smaak erg lekker en verfrissend dus wat wil je nog meer zou je zeggen, iedere dag zo’n bommetje kan alleen maar goed zijn. Helaas geldt dat niet voor iedereen.

Vers grapefruit(sap) en ook grapefruitsap uit een pak of sap toegevoegd aan multivitaminedrank, heeft namelijk invloed op de werking van bepaalde medicijnen; het houdt de afbraak ervan tegen. Hierdoor gaat het medicijn zich ophopen in het lichaam en treden er (stevige) bijwerkingen op.

Hoe kan dat?
Als je een medicijn slikt, komt dit via de darmwand en de lever in het bloed terecht, waarna het zijn werk gaat doen. In ons lichaam zit een enzym genaamd cytochroom P450 3A4 (CYP3A4) dat medicijnen deels afbreekt tijdens het passeren van die darmwand. Dit is een natuurlijk proces. Omdat we weten dat door die gedeeltelijke afbraak het medicijn minder effectief is, wordt medicatie vaak in een hogere dosering gegeven dan eigenlijk nodig zou zijn. Hierdoor blijft er ook na die deelse afbraak voldoende medicijn over.

Furanocoumarines
In grapefruitsap zitten stoffen genaamd furanocoumarines. Deze stoffen binden zich aan het enzym CYP3A4 en maken dit enzym inactief. Hierdoor kan het medicijnen niet meer afbreken en wordt de concentratie in het bloed van het betreffende medicijn te hoog. Dit geeft in een aantal gevallen zeer vervelende en soms ook schadelijke bijwerkingen, zoals acuut nierfalen, ademhalingsproblemen, maag- en darmbloedingen en niervergiftiging. In hele extreme gevallen kan het zelfs leiden tot de dood.

In Ontario, Canada, hebben onderzoekers vastgesteld dat er op dit moment ongeveer negentig verschillende medicijnen zijn die gaan stapelen door inactief CYP3A4 vanwege grapefruitsap. Ongeveer de helft hiervan geeft risico op de eerder genoemde ernstige bijwerkingen. Ieder jaar wordt van meer medicijnen bekend dat ze niet goed samengaan met grapefruitsap.

In Nederland wordt inmiddels op een aantal etiketten van medicijnen vermeld dat bij gebruik, grapefruitsap verboden is. Dit zijn medicijnen, zoals statines (cholesterolverlagers), calciumantagonisten (medicijnen tegen hart- en vaatziekten / hoge bloeddruk) en benzodiazepines (kalmeringsmiddelen / slaapmiddelen). Het is verstandig om altijd bij de apotheek na te vragen of er een eventuele wisselwerking met grapefruitsap bestaat. Voorkomen is beter dan genezen, dus als u medicijnen slikt, denk dan na voordat u een grapefruit eet of het sap ervan drinkt.


Sinds 2018 adviseert de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) om op het moment dat een breedspectrum antibioticum, zoals amoxicilline, wordt gebruikt, tevens probiotica te gebruiken. Waarom geldt dit advies en wat zijn probiotica eigenlijk?

Probiotica zijn goede (nuttige) melkzuurbacteriën die van nature in gefermenteerde voeding voorkomen of die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd. Ze helpen onze darmflora (de verzamelnaam voor alle bacteriën die in de darm leven) gezond te houden en hebben hierdoor een positief effect op het immuunsysteem. Het woord probiotica is afkomstig uit het Latijn. Pro betekent voor en biotica betekent leven. In 2002 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vastgelegd dat onder probiotica levende micro-organismen worden verstaan die wanneer zij in voldoende hoeveelheden worden toegediend, een gunstig effect hebben op de gastheer. Probiotica zijn geen geneesmiddelen en hebben ook niets te maken met antibiotica wat tegen het leven betekent. Antibiotica zijn bedoeld om bacteriën te doden.

Om effectief hun werk te kunnen doen, is het belangrijk dat die nuttige melkzuurbacteriën levend de darmen bereiken waar ze kunnen zorgen voor een versterking van het immuunsysteem. Hiervoor moeten ze kunnen overleven in het in onze maag aanwezige maagsap. Dat maagsap is specifiek bedoeld indringers te doden, zodat we niet ziek worden en werkt zeer agressief. Het lukt de meeste bacteriën dan ook niet daarin te overleven. Dit zijn met name de melkzuurbacteriën die in ons voedsel voorkomen, zoals in zuurkool. Melkzuurbacteriën die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd, denk hierbij aan verschillende soorten zuivelproducten, of die in voedingssupplementen zitten, bereiken wel levend de darmen. Dit komt omdat ze kunstmatig resistent gemaakt zijn tegen het zuur in de maag.

Antibiotica gerelateerde diarree
Waarom nu dat advies van TNO van het gebruik van probiotica bij het slikken van een breedspectrum antibioticum, als amoxicilline? De naam breedspectrum antibioticum zegt zoveel als dat het een doder is van vele verschillende soorten bacteriën. Niet alleen die schadelijke bacteriën die verantwoordelijk zijn voor een infectie maar ook die nuttige bacteriën die we nodig hebben om onze darmflora gezond te houden. Hierdoor krijgen veel mensen tijdens een antibioticakuur last van AGD, oftewel antibiotica gerelateerde diarree. Gebruiken we nu probiotica dan zorgen de melkzuurbacteriën ervoor dat de diarree vermindert en tevens wordt, door verhoging van de weerstand, de kans dat de infectie terugkeert kleiner. Aangeraden wordt om probiotica steeds twee uur na het innemen van de antibiotica te gebruiken en dit zeker tot twee weken na het beëindigen van de antibioticakuur te blijven doen. TNO geeft ook nog een advies, welke melkzuurbacteriestam het meest effectief is als probiotica en dan met name richting het voorkomen of verminderen van AGD. Dit is de bacteriestam Lactobacillus rhamnosus GG (LGG). Je moet van deze bacterie wel minimaal 2 miljard kolonievormende eenheden per dag binnenkrijgen voor enig resultaat. Ook zijn de Lactobacillus acidophilus LA-5 en de Bifidobacterium lactis BB-12 bewezen effectief. Deze laatste twee zijn vaak toegevoegd aan yoghurtdrinks.