SCHOLEN MOETEN ZICH BETER VOORBEREIDEN OP CRISISSITUATIES

Onderwijsinstellingen worden steeds meer geconfronteerd met ernstige crisissituaties. Zij dienen zich hierop beter voor te bereiden schrijft Gert-Jan Ludden (crisisdeskundige)
Gert-Jan Ludden
- Opinie

Regelmatig worden scholen geconfronteerd met incidenten en soms zelfs ernstige calamiteiten. Voorbeelden zijn schiet- en steekincidenten, terreurdreiging en radicalisering, cybercrime, zedendelicten, fraude, infectieziekten, integriteitsschending en ernstige ongevallen tijdens schoolreisjes (ramp op afstand). Het zijn tragische gebeurtenissen met veel impact op leerlingen, onderwijzend personeel en ondersteunende medewerkers. De coronacrisis heeft dit onmiskenbaar aangetoond. De vraag is of scholen, verantwoordelijke bestuurders en toezichthouders voldoende zijn voorbereid op complexe crisissituaties? Het antwoord daarop is “nee”. Scholen onderkennen weliswaar de risico’s, maar de gedachte “ons zal het wel niet overkomen” overheerst en in crisistijd vertrouwt men op improvisatievermogen. Bovendien ontbreekt het aan tijd en geld om hier voldoende aandacht aan te besteden.

De meeste scholen in het primair, voortgezet-, hoger- en universitair onderwijs hebben wel een protocol voor de bedrijfshulpverleningsorganisatie. Daarin besteden zij aandacht aan brandveiligheid, Arbo, bommelding en bijbehorende ontruimingsprocedures. De laatste jaren is aandacht voor sociale veiligheid (pestgedrag, suïcide e.d.) daaraan toegevoegd. Dit protocol biedt echter geen goede basis voor een diversiteit aan complexere crisistypen en een professionele aanpak. Crisisbeheersing staat nog onvoldoende op de bestuurlijke agenda en bij toezichtsorganen is het ook geen gespreksthema. De kennis van de verantwoordelijke functionarissen schiet te kort en er wordt te weinig samengewerkt met hulpdiensten en het openbaar bestuur.

Gek genoeg lijken parlementariërs, het ministerie van OCW en de onderwijs koepelorganisaties zich hier niet druk over te maken. Op de vraag “moeten hier geen beleidsrichtlijnen voor komen” is het antwoord steevast: “het veld moet het doen”. Dat schiet niet op en is een miskenning van dit thema. Alleen de Stichting School en Veiligheid spant zich in om goede ideeën te delen, maar dat is hoofdzakelijk op sociale veiligheid gericht. Ook wordt er door het departement geen budget beschikbaar gesteld voor een verbeterprogramma crisisbeheersing in tegenstelling tot het Ministerie van VWS die dat wel heeft voor de zorgsector.

Voor dit onderwerp is meer aandacht nodig. Scholen zullen op basis van een normenkader een visie, een risicoanalyse en een integraal crisisplan moeten opstellen. In het crisisplan moeten praktische zaken worden beschreven ten aanzien van melding en alarmering, op- en afschaling, leiding en coördinatie, informatievoorziening, crisiscommunicatie en nazorg. Verder is het van belang dat scholen een stevig netwerk onderhouden met hun publieke en private veiligheidspartners. Bij crisisbeheersing gaat het om kennis en kennissen. De Veiligheidsregio is voor de meeste scholen een onbekende organisatie en dat is anno 2023 onbegrijpelijk.

Als het op school daadwerkelijk misgaat, dan moet er een professioneel crisisteam in positie komen. De deskundigheid van functionarissen die hierin een rol vervullen moet op peil worden gebracht. Er zal daarom ook repeterend aandacht moeten zijn voor het vakkundig opleiden, trainen en oefenen van deze mensen. Alle medewerkers en leerlingen dienen daar periodiek bij te worden betrokken. Veiligheid is niet alleen iets voor de bestuurstafel, maar een verantwoordelijkheid van allen die binnen de school werkzaam zijn.

Het zou spijtig zijn wanneer we pas tot dit inzicht komen na een ernstige school shooting met veel slachtoffers. Voorspelbaar is dat Kamerleden dan geschokt zijn, het ministerie van OCW met een verbeterprogramma komt en dat alle scholen hun crisisorganisaties beter moeten gaan inregelen. Dit onder het motto van ‘een ramp op z’n tijd geeft pas richting aan het beleid’. Onderschat dit thema dus niet en ‘repareer het dak van het huis zolang het nog droog is’. Leerlingen en studenten hebben recht op kwalitatief hoogwaardig onderwijs in een zo veilig mogelijke omgeving.

twitterFacebooklinkedinmailtwitterFacebooklinkedinmail

Auteur: Gert-Jan Ludden
Aangemaakt:

Neutraliteit

Neutraal
Politiek
Neutraal
Racisme
Neutraal
Sexisme
Onpartijdig
Partijdig